In 1929 ging Vlijt & Volharding voor het eerst op concours. Het was een voorzichtig begin, in de vierde afdeling, maar het leverde wel een eerste prijs op. Het volgend jaar werd het concours ingezet in de derde afdeling en ook hier werd de eerste prijs behaald. Twee jaar later volgde de tweede afdeling en weer twee jaar daarna de eerste afdeling. Op 28 januari 1937 werd het repetitielokaal aan de Deckerestraat 1 dat door A. Baljeu en J.C. van Splunder was gefinancierd en door eigen leden gebouwd in gebruik genomen.
De oorlog kwam en na het concours in Goes op 2 juni 1940 in de Schuttershoftuin kwam het verenigingsleven stil te liggen. Gelukkig voor de fanfare lag de muziek op de zolder van het repetitielokaal en kon er, toen aan het eind van de oorlog ook Souburg onder water kwam te staan, op de hoger gelegen gedeelten van het dorp, in café 'Dorpszicht' en de bakkerswinkel van Van Damme, weer met de goed bewaarde muziek geoefend worden. Om droge voeten te houden moest men natuurlijk wel rekening houden met het tij. De eigen repetitieruimte moest nog even wachten op drogere tijden om weer in gebruik genomen te kunnen worden. Een flinke opknapbeurt was noodzakelijk en die werd natuurlijk weer door de leden zelf gedaan.Vanaf 1929 had Vlijt & Volharding aan iedere Zeeuwse muziekwedstrijd deelgenomen, maar toen het muziekleven in 1948 zijn eerste concours van na de oorlog beleefde, moesten de Souburgers verstek laten gaan. Dirigent van Soelen, die het korps vanuit het niets tot in de afdeling Uitmuntendheid had gebracht, was komen te overlijden. A.L. van Wallenburg zou de dirigeerstok overnemen.Naar aanleiding van het concours in Heinkenszand in 1952 schreef de heer Aspelagh het volgende gedicht:
Vanaf 1 oktober 1995 is Kees Nijsse slagwerkinstructeur. In 1996 is Vlijt & Volharding de tweede jubilaris in Zeeland. Op dat moment heeft de vereniging regelmatig hoge resultaten behaald op concoursen en viermaal deelgenomen aan het topconcours. Bovendien houdt de vereniging ondanks haar prestatiegerichtheid van gezelligheid. Kampeerweekeinden, waarbij de modderigste soms de leukste zijn, mosselmaaltijden en de uren na de concerten en repetitieavonden getuigen daarvan.
In 1929 ging Vlijt & Volharding voor het eerst op concours. Het was een voorzichtig begin, in de vierde afdeling, maar het leverde wel een eerste prijs op. Het volgend jaar werd het concours ingezet in de derde afdeling en ook hier werd de eerste prijs behaald. Twee jaar later volgde de tweede afdeling en weer twee jaar daarna de eerste afdeling.